Ik doneer bloed in Castelfiorentino. Naast het ziekenhuis staat een klein gebouwtje met ‘Centro Sangue’ (bloedcentrum) erop.
Ditmaal was er een andere arts (je krijgt een snelle controle alvorens je doneert). Streng keek ze mij aan en zei direct dat ze mijn naam maar niets vond omdat het zo lastig te typen was en ze moest mijn gegevens naar boven halen. Toen alles in orde bleek stak ze van wal met haar probleem op dit moment:
Het is zomer, iedereen is weg en niemand doneert bloed. Er ontstaan tekorten, want ongelukken gebeuren toch en volgens haar groeit het taboe op pijn hebben en doodgaan. Fel vroeg ze mij: ” zie jij nog wel ‘ns mensen met een stok lopen?”. Ik kon hier eigenlijk geen antwoord op bedenken, maar dat was ook niet nodig want na een korte pauze volgde: “nee, er zijn nauwelijks nog mensen die met een stok lopen want iedereen krijgt een nieuwe knie, een nieuwe heup of allebei”.
“Weet jij wel hoeveel bloed er nodig is voor een nieuwe knie”?
Ik had geen idee uiteraard.
“Twee zakken bloed, dat betekent twee mensen moeten komen doneren om iemand een nieuwe knie te kunnen geven, iedereen wil dat tegenwoordig, maar steeds minder mensen doneren. Vroeger had je gewoon pijn en dat hoorde bij oud worden. Tegenwoordig wil niemand meer dood en mag niemand meer pijn hebben. Een onhoudbare situatie!”
Ik kon niet anders dan ja zeggen en het met haar eens zijn, want als je arts bent in het bloedcentrum, dan heb je heel andere prestatiedruk dan wanneer je arts bent op de eerste hulp … we zien de wereld altijd vanuit ons eigen perspectief en dat perspectief verschilt enorm van beroep tot beroep. Ik kon mij even in haar verplaatsen en vanuit haar gezichtspunt heeft ze gelijk.
Ik liep in gedachten naar de zaal waar je doneert en kreeg direct volop aandacht van een zuster. Toen het bloed eenmaal werd afgenomen keek ik omhoog waar een TV het laatste nieuws de ruimte in gooide. Op de plank naast de TV prijkte een beeldje.
Overal in ziekenhuizen en andere gebouwen zie je beeldjes, bijna altijd van Maria of Jezus. In dit zaaltje stond echter geheel onverwachts en vol humor een beeldje van Dracula, bloed droop van zijn extreem lange hoektanden …
Zou dat wellicht een reden kunnen zijn dat de zaal zo leeg bleef, of komt het door de wat beangstigende redeneringen van de arts? Of is het gewoon zomer en ‘bloedheet’ en dus niet de juiste tijd van het jaar?