Knoflook kent iedereen, in het Italiaans ‘aglio’. Aglione dat kent bijna niemand. Het is een grote soort knoflook, afkomstig uit de Val di Chiana, het gebied in Toscane boven het Trasimeense meer.
Elk gebied in Italie heeft zo ongeveer wel een specialiteit, iets dat daar beter groeit dan elders of beter smaakt. De aglione is een bijzonder voorbeeld. Het is namelijk echt een hele grote soort knoflook en een milde (dat laatste is wellicht maar goed ook!).
Nou zie ik deze aglione de afgelopen jaren overal opduiken bij ons in de buurt. In de winkel is het vrij duur, zoals dat altijd gaat met speciale dingen in het begin. Echter, de broer van onze buurman gaf ons deze zomer een bol aglione. We waren net vertrokken voor een wandeling toen we hem tegenkwamen en ik stopte de bol dus in mijn rugzak. Die rook na een paar uur wandelen heerlijk naar knoflook.
De buurman zelf gaf ons een paar weken later twee bollen, met de opdracht één ervan te bewaren om te poten, zodat we daarna onze eigen hebben. Dat ga ik zeker doen.
De manier om aglione te bereiden, om het meeste aroma eruit te halen, is om het zacht te fruiten in olijfolie en daarna wat water erbij te doen zodat het heel zacht wordt en ‘smelt’. Dat duurt wat langer, maar het is echt smaakvol daarna, dus zeker de moeite waard. Ik heb het nu een paar keer klaargemaakt op die manier, met daarna wat tomatensaus erbij en een tijdje laten trekken. Uiteraard eet je dit met pasta!
Ik ben benieuwd of ik ook een echt grote aglione uit mijn moestuin tevoorschijn zal kunnen toveren volgend jaar!